Het vooroordeel dat mannen geen slachtoffer kunnen zijn, leidt tot veel onzichtbare ellende. Vanwege het taboe op kwetsbaarheid houden velen hun hulpvraag verborgen. Dat stelt Anita Nanhoe, die in opdracht van de aangesloten instellingen voor mannenopvang onderzoek deed naar bedreigde mannen voor haar evaluatiestudie “Pionieren in de mannenopvang.”
Er is iets vreemds aan de hand in onze samenleving. We lijken het maar niet te kunnen bevatten dat ook mannen kwetsbaar zijn. Alsof alleen vrouwen daar een monopolie op hebben. Zij mogen slachtoffer zijn. Maar zo gauw een man zich meldt omdat hij slachtoffer is geworden van huiselijk geweld, wordt daar direct met argwaan en ongeloof naar gekeken. Tijdens een presentatie begon ik ooit te vertellen over een man die door zijn vrouw werd mishandeld. Ik kon mijn zin amper afmaken of de hele zaal begon te lachen. Blijkbaar dachten ze dat ik een
grapje maakte. Mannen die moeten vluchten voor hun vrouw, velen kunnen zich dat niet voorstellen. Hij is fysiek immers veel sterker. Maar wat ik me tijdens mijn onderzoek gerealiseerd heb, is dat we te snel geneigd zijn de situatie vanuit de positie van de vrouw te bekijken. Zij is zwak, het slachtoffer. Terwijl van een man verwacht wordt dat hij voor zichzelf kan opkomen. Ook ik vroeg mannen in de opvang regelmatig: ‘waarom heb je het zover laten komen? Je had jezelf toch gemakkelijk kunnen verdedigen?’ Maar hun antwoord was vrijwel altijd hetzelfde. Een man zei: ‘natuurlijk ben ik sterk genoeg om terug te slaan. Maar ze is de moeder van
mijn kind, zoiets doe je niet’. Dat mannen die in de opvang zitten watjes zijn, is dan ook een fabeltje. Als het niet in je zit om te slaan, zit het ook niet in je om terug te slaan. Wat mannen verder vaak kwetsbaar maakt, is de band die ze met hun kinderen willen onderhouden. Bovendien wordt de man meestal niet door zijn vrouw alleen belaagd. Zij is vaak niet de enige geweldpleger, maar krijgt versterking vanuit de rest van haar familie of vriendenkring. Vooral importbruidegommen hebben het slecht. Zo’n man wordt niet alleen geslagen, opgesloten en financieel uitgebuit, maar riskeert ook zijn verblijfsvergunning en het recht de kinderen te zien, als hij gaat scheiden.
Naast slachtoffers van huiselijk en eergerelateerd geweld sprak ik ook met slachtoffers van mensenhandelaren. Eén geval is me altijd bijgebleven. Deze man had zestien jaar lang opgesloten gezeten in de keuken van een restaurant. Omdat zijn verblijfsvergunning was afgepakt, kon hij geen kant op. Contact met zijn vrouw en kinderen in zijn land van herkomst werd geweigerd. En omdat de mensenhandelaren ook al zijn geld afnamen, kon hij hen ook niet de beloofde maandelijkse bijdragen sturen. Het is maar de vraag of zijn vrouw en kinderen het hebben
overleefd, zestien jaar lang zonder bijdragen van de kostwinner. Ongelooflijk wat zo’n man allemaal is kwijtgeraakt. Hoeveel mannen slachtoffer zijn van (dreigend) geweld is onduidelijk. Ten tijde van mijn onderzoek, nu alweer zo’n zes jaar geleden, hadden ruim zevenhonderd mannen aangeklopt voor hulp. Maar dit is slechts het topje van de ijsberg. De drempel om hulp te zoeken is groot. Zolang we het vooroordeel in stand houden dat mannen geen slachtoffer kunnen zijn, zullen ze ook niet naar voren stappen. Dat taboe slijt pas wanneer meer bedreigde mannen hun verhaal delen. Vandaar dat dit magazine ook zo belangrijk is. Het laat zien dat je als man in nood niet alleen staat. “Er is hulp, maar durf daar dan ook om te vragen.”
Anita Nanhoe (1972) studeerde Ontwikkelings- & Onderwijspsychologie en Klinische & Gezondheidspsychologie in Leiden. Sinds 2002 houdt zij zich bezig met onder andere onderwijsvraagstukken en geweld in afhankelijkheidsrelaties.