Germain is in Suriname geboren, maar heeft zijn jeugd grotendeels in Nederland doorgebracht. Tegen het einde van het leven van zijn ouders brengt hij lange tijd in Suriname door. Na hun dood besluit hij terug te keren naar Nederland om daar een bestaan op te bouwen.
Germain loopt bij zijn terugkeer in Nederland tegen veel problemen aan. Het lukte hem niet om inkomen of een woonplek te vinden. Daarbij ervaart hij weinig steun uit zijn kleine netwerk. Hierdoor ziet Germain zich genoodzaakt om op straat te leven. Op straat ontmoet hij een man die hem aanbiedt om bij hem te komen wonen. Germain stemt hiermee in.
Gaandeweg komt hij erachter dat deze man een alcohol- en drugsverslaving heeft. Er is inmiddels een relatie tussen hen ontstaan, maar Germain wordt onder druk gezet om allerlei diensten te verrichten op seksueel gebied. Wanneer Germain weigert, dan dreigt zijn partner om hem buiten te zetten. In sommige situaties wordt hij ook tegen zijn zin in onder druk gezet om drugs te gebruiken. Naast diensten op seksueel gebied, moet Germain allerlei zaken in het huishouden doen. Volgens Germain beleeft zijn ex-partner er zichtbaar plezier in wanneer hij hem vernedert of pijn doet.
Ondertussen probeert Germain een eigen bestaan op te bouwen door bij de gemeente een uitkering aan te vragen. Daar krijgt hij te horen dat hij daar geen aanspraak op kan doen, omdat hij meer dan drie jaar in het buitenland heeft gewoond. Dit vergroot de financiële afhankelijkheid van zijn partner. Ook het zoeken naar werk levert Germain niets op. Steun van zijn familie en vrienden krijgt hij niet.
‘Dit is mijn kans’, denkt Germain in een onbewaakt moment: hij besluit te vluchten, met als excuus dat hij naar de winkel gaat. Hij vlucht letterlijk weg van zijn partner. In de mannenopvang komt Germain tot rust, maar tegelijkertijd wordt hij geconfronteerd met zijn negatieve ervaringen. Dat maakt hem angstig. Angstig om zich buiten te begeven en angstig voor contact met andere mensen en specifiek voor het contact met mannen. Germain geeft aan dat hij zich beschadigd voelt. Door hulpverleners van de mannenopvang en de huisarts is Germain doorverwezen naar de geestelijke gezondheidszorg.
Over deze columnserie
Te vaak wordt nog lacherig gedaan over mannen die slachtoffer worden van geweld achter de voordeur. Mannenmishandeling komt echter vaker voor dan je denkt en verdient het dan ook om uit de taboesfeer te worden gehaald. Om die reden zal Janine Janssen, lector Geweld in Afhankelijkheidsrelaties aan Avans Hogeschool en de Politieacademie en bijzonder hoogleraar Rechtsantropologie aan de Open Universiteit aandacht vragen voor dit belangrijke onderwerp. In de vorige columns stond telkens een casus centraal. Deze keer is de column iets anders en heeft Janine de handen ineen geslagen met docent Glenn van den Akker die een groep studenten begeleid heeft die zich over de vraag gebogen hebben hoe mannelijke slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties beter geholpen kunnen worden.