Blog

Column door Janine | Hoe Henk slachtoffer werd van fysiek en psychisch geweld
Nieuws

Column door Janine | Hoe Henk slachtoffer werd van fysiek en psychisch geweld

Te vaak wordt nog lacherig gedaan over mannen die slachtoffer worden van geweld achter de voordeur. Mannenmishandeling komt echter vaker voor dan je denkt en verdient het dan ook om uit de taboesfeer te worden gehaald. Om die reden zal Janine Janssen, lector Veiligheid in Afhankelijkheidsrelaties aan Avans Hogeschool en de Politieacademie en bijzonder hoogleraar Rechtsantropologie aan de Open Universiteit aandacht vragen voor dit belangrijke onderwerp. Dat doet zij samen met Rob Straver en Mustapha Aoulad Hadj, docent-onderzoekers bij het lectoraat Veiligheid in Afhankelijkheidsrelaties aan Avans Hogeschool, die de afgelopen jaren levensverhalen van mannen in Nederlandse opvanginstellingen verzamelden. Een jaar lang zullen wij aan de hand van een geanonimiseerde casus mannen uit de opvang in beeld te brengen: welke problemen hebben ze en hoe zijn ze in de opvang terechtgekomen?

Henk komt uit een heel gemiddeld gezin. Hoewel hij op een gelukkige jeugd terugkijkt, was hij niet in de gelegenheid om door te leren, terwijl hij dat wel goed kon. Dat deed je gewoon niet in zijn sociale omgeving. ‘Doe maar gewoon’, dat was het devies. Met zijn allereerste vriendin heeft hij nog steeds contact. Nadat de relatie over was, zijn ze goed bevriend gebleven. Zij heeft hem ook geholpen toen zijn laatste relatie op de klippen liep.

Als hij zijn laatste partner leert kennen, starten ze al snel een relatie. Ze zijn verliefd en gelukkig. Maar toch ziet Henk al snel een donkere kant van zijn partner. Hij weet dat ze een moeilijke jeugd achter de rug heeft. Als ze net samen zijn, heeft ze bovendien ook veel spanning omdat ze een opleiding aan het afronden is. Henk denkt en hoopt dat als hun leven eenmaal in rustiger vaarwater is, de uitbarstingen met schelden en slaan op zullen houden. Dat is echter niet het geval. Als Henk nu terugkijkt, dan betrapt hij zich erop dat het net is alsof hij die uitbarstingen normaal gaat vinden. Ongemakkelijk is ook dat hij meemaakt dat zijn partner hem ook wel eens aanvalt in de publieke ruimte. Hij geeft een voorbeeld waarbij zij midden op straat tegen hem uitvalt en de omstanders vervolgens partij voor haar kiezen en hem als de agressor zien. Dat maakt het natuurlijk extra moeilijk om jezelf ook als slachtoffer van iets te zien dat niet door de beugel kan.

Henk blijft bij zijn partner en na een paar jaar komen er kinderen. Als hij eerlijk is, dan ging het initiatief daarvoor meer van haar uit dan van hem, maar hij is dolblij met zijn kinderen. Ze zijn het beste dat hem ooit is overkomen. Maar in huis blijft zijn partner strak de regie in handen houden. Toen ze elkaar leerden kennen, trok hij bij haar in en nu ze een gezin hebben, staat de woning ook op haar naam. Bij familie zet ze Henk wel eens voor gek of ze zet hem zelfs in een kwaad daglicht. Via vrienden komt hem zo nu en dan ter ore wat voor akeligs ze over hem heeft gezegd. Die psychische druk raakt Henk en doet hem pijn. Toen de kinderen kwamen is bij hem de gewoonte ontstaan om er af en toe eens stilletjes tussen uit te gaan en ergens een biertje te drinken om op verhaal te komen.

Beetje bij beetje komt Henk tot het inzicht dat het zo niet verder kan. Hij begint zich weerbaarder op te stellen en komt beter voor zich zelf op. In die periode wordt zijn partner agressiever, niet alleen naar Henk toe, maar ook naar de kinderen. Uiteindelijk geeft zijn partner aan de relatie te willen beëindigen. Ze geeft Henk een paar dagen de tijd om zijn boeltje te pakken. De scheiding verloopt problematisch. Zijn ex-presenteert zich als slachtoffer en Henk als geweldpleger. Henk heeft het idee dat hij in een spiegelpaleis is beland, in een omgekeerde wereld. Hij had graag co-ouderschap gehad, maar dat komt allemaal niet van de grond. Zijn huisvestingssituatie is ook problematisch. Het sociale wijkteam helpt hem met een noodoplossing, zodat hij zijn kinderen kan zien. Via dat team komt hij uiteindelijk ook in de mannenopvang terecht, waar hij een jaar blijft. Inmiddels zit hij weer in de lift en kijkt hij met een goed gevoel terug op zijn verblijf in de opvang. Met name de gesprekken daar hebben hem heel er goed geholpen bij zijn nieuwe start.

 SLUIT