Anne Schipper is hulpverlener bij de mannenopvang van Kadera. In dit interview vertelt ze over haar werk bij de mannenopvang. “Het taboe op mannenmishandeling is groot. Vaak wordt gedacht dat ze gewoon wat beter voor zichzelf moeten opkomen”
Wat is jouw rol bij Kadera?
“Ik werk nu twee jaar bij Kadera als hulpverlener. Ik werk op de afdeling jonge moeders en mannen. De moeders en mannen wonen bij ons door elkaar, allemaal in een eigen appartement. Trainingen en groepsbijeenkomsten worden aan beiden groepen tegelijk gegeven. Alles gaat dus samen. Hierin zien we dat ze dan ook veel leren van elkaar.”
Kun je iets vertellen over je werk in de mannenopvang?
“We werken in de mannenopvang met de methodiek Krachtwerk. Hierbij gaan we uit van de eigen kracht van de cliënt en zorgen we uiteindelijk dat iemand de juiste handvatten krijgt om zijn of haar leven zelf weer in eigen handen te nemen. We zorgen dat cliënten in alle rust hun leven weer kunnen opbouwen. Ook kijken we hoe cliënten in relaties zijn – wat gaat goed, wat kan anders? – zodat ze in de toekomst niet weer in een onveilige situatie belanden.”
“We werken altijd systeemgericht, zowel bij mannen als vrouwen. Iedereen kan een aandeel hebben in het huiselijk geweld. We gaan het gesprek aan met beiden partijen en kijken ook naar de omgeving. Soms kan een vriend, vriendin of familielid een belangrijke rol spelen in de oplossing van het probleem.”
Wat is het verschil tussen hulpverlening aan mannen of aan vrouwen?
“Hulpverlening aan mannen die te maken hebben met huiselijk geweld, vraagt vaak net een andere aanpak dan bij vrouwen. We merken bijvoorbeeld dat mannen vaak eerst behoefte hebben aan het aanpakken van praktische zaken, voordat ze toe zijn aan het emotionele deel. Ze zijn meer gericht op werk en hechten er meer belang aan om hun werk te kunnen blijven doen. Bij mannen heerst er vaak toch meer een machocultuur. Voor jezelf kunnen zorgen en een goed inkomen hebben is voor hen vaak belangrijk. Mannen willen ook minder snel over dingen praten. Ze vinden het moeilijker om dingen te delen. Vrouwen stellen zich vaak sneller open.”
“Ik zie vaak bij mannen dat je soms al heel veel kan bereiken met een klein gebaar. Een luisterend oor kan bijvoorbeeld al heel veel doen. Of met iemand meekijken en ondersteunen bij praktische zaken. Op die manier werken we aan een vertrouwensband, waarna we aan de slag kunnen met het stoppen en verwerken van het huiselijk geweld.”
Is de problematiek van mannen anders dan die van vrouwen?
“Er zijn veel vormen van huiselijk geweld. Net als bij vrouwen kunnen ook bij mannen alle vormen voorkomen. Partnergeweld komt veel voor, zowel in hetero- als homoseksuele relaties. Maar ook eergerelateerd geweld. Dan accepteert de familie het bijvoorbeeld niet dat iemand homoseksueel is. Wat wel anders is bij mannen, is hun reactie op het geweld. Mannen vragen vaak veel later om hulp. Ze slapen bijvoorbeeld eerder in hun auto dan dat ze contact opnemen met de mannenopvang. Vanuit die situatie komen er dan problemen bij, zoals schulden, dakloosheid en verslaving. Vrouwen zoeken gemiddeld eerder hulp. Dit heeft ook te maken met het taboe op mannenmishandeling. Bij mannen wordt sneller gedacht dat ze gewoon voor zichzelf moeten opkomen of het zelf moeten oplossen.Terwijl er gelukkig hulpverlening is voor mannen die te maken krijgen met huiselijk geweld. Wanneer ze uiteindelijk hulpverlening krijgen, zijn ze vaak heel erg opgelucht. Dus ik hoop dat het taboe op mannenmishandeling minder zal worden, zodat mannen die ermee te maken krijgen eerder de juiste hulp krijgen!. “