Tom zette in 2015 na ruim tien jaar een punt achter de relatie waarin hij fysiek en psychisch mishandeld werd. Nu wil hij zijn ervaringen en inzichten delen met professionals en mannen die in een soortgelijke situatie zitten. Om meer bekendheid voor mannenmishandeling te genereren, maar ook om de weg naar de juiste hulp makkelijker te maken. Hieronder lees je zijn blog ‘Angst’.
Angst
Ik denk steeds minder vaak aan het geweld. En dat is positief, dat heet vooruitgang. De schade die is toegebracht is nagenoeg geheeld en laat enkel wat littekens achter op plekken die nog wel gevoeld kunnen worden, maar niet in de weg zitten.
Het is nu bijna een jaar geleden sinds ik stopte met therapie. EMDR-therapie, om de meest pijnlijke situaties qua heftigheid te doen oplossen. En dat lukte. Ik had een lijst gemaakt met traumatische gebeurtenissen: momenten waar geslagen werd, verbale kleinering, alle vormen van karaktermoord kwamen voorbij. Deze heb ik onder begeleiding van de psycholoog bevochten. Eigenhandig. En succesvol. De geest was weer in de fles, de fles stond veilig opgeborgen op een plek waar alleen ik weet van had. Het is heel vreemd om na al die gesprekken met de psycholoog te concluderen dat het trauma significant is verminderd. Even liep ik rond met de angst dat het slechts een momentopname was; omdat ik er toen zo intens mee bezig was lag het hele proces dicht bij me en omdat ik er bewust mee bezig was lag het in het zicht en kon ik het juist verkleinen. Maar een jaar later mag ik er een punt achter zetten: de therapie heeft geholpen. Met het verminderen.
Want ik maak me geen illusies: het is niet helemaal weg. Het blijven herinneringen die soms wat meer aan het oppervlak liggen dan op andere momenten. Dat is niet gek, ik heb ze meegemaakt en ze hebben me gevormd tot wie ik ben. Vergelijk het met stoppen met roken: ook al ben je jaren gestopt en blij dat je het niet meer doet, je blijft altijd vatbaar en waakzaam voor de momenten dat je er ineens trek in hebt. Want die momenten blijven bestaan.
In mijn geval hou ik me er meer mee bezig als ik aan het daten ben. Dan zit ik weer dichter op het gevoel dat ik slachtoffer was van huiselijk geweld, omdat het besproken wordt. Ik ben me dan meer bewust van hoe ik mij opstel naar de vrouw in kwestie.
Door de vriendinnen die na mijn relatie volgde, werd ik altijd als lief bestempeld. “Je bent echt zo lief. Misschien wel té lief”. Lieve Tom. Ik vond het verschrikkelijk te horen. En achteraf gezien weet ik precies waar het vandaan komt. Wat gezien werd als lief, was in feite angst, verpakt als liefde. Angst voor escalaties. Angst om iets te doen wat niet lag in de lijn der verwachting. Attent zijn om zo controle en overzicht over de situatie te blijven houden zodat je weet waar je aan toe was.
Na de therapie heb ik dat los kunnen laten. Als vrouwen mij nu lief vinden, weet ik dat het echt is. Het mag bestaan omdat het niet is ingegeven door angst. Als iemand me nu lief noemt draag ik dat met trots.
Ik merk dat het makkelijk is geworden om erover te kunnen praten. Tijdens het daten voel ik geen angst om het bespreekbaar te maken, ben ik niet bang voor hoe de ander op mijn verhaal reageert. Ik ben een open boek draag mijn hart op de tong. Ook wat dit betreft. Wat mij overkomen is heeft me gevormd tot wie ik nu ben en dat verdient besproken te worden. En ik heb nog geen dame tegenover me gehad die er geen begrip voor had. Iets wat me gelukkig stemt.
Praten werkt.