Ik zag ooit een talkshow. De presentator zat op een kruk en links van hem zaten zijn gasten. Een stel van eind twintig. De man van het stel zat daar schuldbewust te zijn, zijn vriendin ernaast meed vooral oogcontact met de wereld. Dat had ze in de jaren van de relatie waarschijnlijk zo geleerd. De besnorde presentator stipte aan dat er geslagen werd, hij op haar. Hij voegde daar aan toe dat er nooit een reden is om iemand te slaan. Alle zwaarte hing aan het woord ‘nooit’ en toen de zin af was, ontstond er luid applaus in de zaal. De camera zweefde langs instemmende hoofden die het gedrag van de man veroordeelden. Het voltallige publiek stond fier achter de vrouw, die zelf al die tijd niet van de grond opkeek. Want met die lege zin dat slaan nooit een oplossing is, maakte de presentator haar de eenzaamste persoon in die ruimte, als dit al niet al die tijd het geval was. Ik zag de gelatenheid waar het gesprek mee verder ging, niets kwam meer bij haar binnen. Er werd relatiehulp aangeboden door de presentator. Het publiek klapt weer. Haar vriend knikt instemmend zegt nog dat het een goed idee is, zij houdt zich stil. Ze ziet wel. Het publiek gaan straks naar huis en heeft een show gezien, waarna het normale leven weer wordt hervat. Maar zij gaan straks naar huis en de kans is er dat er in het begin iets anders is. Totdat zij weer iets doet wat hem niet zint. En er uiteindelijk geen klap is veranderd.
Populaire woorden van leegte. Ik ben er sinds mijn ervaring met huiselijk geweld op gaan letten en het verbaast me soms hoe makkelijk mensen denken te kunnen acteren in een situatie. “Ik zou meteen weg zijn. Dat laat je je toch niet gebeuren? Dan heb je echt geen ruggengraat.” Ik kan het ze ook niet kwalijk nemen. Als ik het ergens plots aan de stok krijg met iemand, is mijn reactie compleet anders omdat ik die persoon niet ken. Ik reageer vanuit een bepaald instinct, een stuk zelfredzaamheid. Maar als je lang genoeg bij iemand bent, ga je die persoon leren en kunnen lezen, en die persoon jou. Dan is de reactie in een argument of een discussie er eentje met een voorgeschiedenis en een mogelijk gevolg.
In mijn geval was het een kabbelend proces van correcties en verwijten. Van overtuigingen en ongeloof. Ongeloof hoe ik in godsnaam op mijn manier naar het leven kon kijken, waarmee de overtuiging die zij ten tafel bracht ervoor zorgde dat ik overtuigd raakte van mijn eigen ongelijk. Het is een traag proces met als eindresultaat dat ik al mijn zelfvertrouwen en overtuigingen had ingeruild voor een afgericht karakter wat piekfijn was afgesteld op haar grillen. Toen ik vanuit die bril naar de wereld keek -eentje waardoor ik zag dat alle klappen en scheldwoorden mijn eigen schuld waren-, zag ik weinig anders dan eenzaamheid.
Ik wist dondersgoed wat mensen zouden zeggen als ik het ze zou vertellen. Ze zouden zeggen dat het niet normaal is. Dat ze het hartstikke erg voor me vinden. Dat ik weg moet uit die situatie, en snel. Eigenlijk alles wat ik ooit wist, maar door die mentale afbraak niet kon zien hoe ik dat in godsnaam kon doen. Als je geen uitweg ziet, is het laatste wat je van je omgeving wilt horen dat het niet normaal is om erin te blijven zitten. Want dan hou je een schijnwerkelijkheid over waarin jij als slachtoffer in de ogen van iedereen om je heen niks goeds kan doen.
Dus hou je je mond. Omdat je het ergens ook wel weet. Maar je geen idee hebt hoe je eruit komt. Je isoleert. En ook dat doe je jezelf aan.
Ik vond ooit de ballen om het mijn broer te vertellen. Dat ze mij geslagen had. Hij reageerde geschrokken, want dit verdiende ik niet. Ik zei dat ik dat ergens wel wist, waarop hij zei dat ik hem altijd kon bellen als er iets was. Hij was er voor me. Geen leeg waardeoordeel, maar een luisterend oor, compassie. Ik denk dat de deur naar de uitweg toen voor mij op een kier werd gezet.
Meer blogs door Tom lezen? Lees hier angst en groot houden en kleiner maken.